Bij een lekker ontbijtje hoort toch wel een croissantje. Een goed gebakken croissant is een pure verwennerij. Zeker op zondagen vliegen ze bij ons de winkel uit! Het croissantje, oorspronkelijk afkomstig uit Oostenrijk en dus niet uit Frankrijk, is een broodje dat gemaakt wordt van een deeg dat meerdere malen ‘getoerd ’ (gewalst) wordt. Hierdoor en door het toevoegen van echte roomboter ontstaat de structuur van dunne laagjes. Deze laagjes structuur moet duidelijk zichtbaar zijn en ook de geur en natuurlijk smaak van roomboter moet te herkennen zijn om te kunnen spreken van een goede croissant.
Croissantjes zijn erg lekker met kaas of chocolade, maar dit recept is toch ook zeker het proberen waard!
Croissantje met abrikoos en banaan
Ingrediënten: een croissantje, eetlepel hazelnoten, ½ eetlepel lemoncurd of gemberjam, ½ eetlepel verse munt, 25 gram roomkaas, 2 abrikozen en een halve banaan.
Hak de hazelnoten fijn en rooster ze even in een droge koekenpan. Roer de afgekoelde hazelnoten met de jam en munt door de roomkaas. Laat deze spread, als het kan, een half uurtje staan. Snijd de abrikozen en banaan in plakjes. Snijd het croissantje open, bestrijk deze met de hazelnootspread en leg om en om de abrikoos en banaan erop. Smakelijk!