Over smaak…

Valt wel te twisten! Smaak is persoonlijk zeggen we vaak, maar dat is gek, want dan kun je het niet meer controleren, testen of een wedstrijd houden zoals Heel Holland Bakt. Maar was is dan lekker?

Lekker, waarmee we eigenlijk kwaliteit bedoelen, is het belangrijkste als we het over eten hebben. Iets wat niet lekker is of wat we vies vinden, dat eten we niet graag en vermijden we. Maar als we dan iets ‘moeten’ eten of het vaker proeven, dan vinden we het ineens wel lekker of de eerdere variant niet meer lekker. Geen suiker in je koffie went dus, olijven kun je leren eten en minder zout in brood is mogelijk. Je kunt dus echts iets leren eten (de richtlijn hiervoor is zo’n 10-15 keer bewust proeven).

Blinde smaaktesten laten zien dat we niet zomaar op ons eigen smaakoordeel vertrouwen. Aangetoond is dat mensen in blinde proeven Pepsi cola lekkerder vinden, terwijl ze in een interview aangeven echt Coca cola fan zijn en het verschil tussen beiden proeven. Wat dus niet zo is. Sterk staaltje marketing van Coca cola zorgt er dus voor dat mensen toch voor meer voor Coca cola kiezen.

Wat we lekker vinden wordt dus niet alleen door kwaliteit maar ook door marketing bepaald. Bepaalde ‘woorden’ vinden we niet zo lekker. Gezond en vezels zijn twee voorbeelden hiervan. Gezond en vezels horen bij volkorenbrood. Dus daarom zou volkorenbrood minder lekker zijn. Maar als we het meer eten, en dat doen we, dan vinden we het steeds lekkerder! En eenmaal overgestapt op volkorenbrood, dan merk je dat wit, tarwe of ardeens ook een minder verzadigd gevoel geeft. Het woord bepaalt dus mede je smaak.

Vers is ook zo’n woord dat we koppelen aan lekker. Alleen vers afgebakken zegt bijvoorbeeld niets over de kwaliteit. En dat kan bij een ambachtelijke bakker, zoals Ronald, pijn doen. De lekkere geur, vers afgebakken dus nog een beetje warm… mensen houden daarvan, maar als je het technisch bekijkt zijn industriële producten kwalitatief minder goed. Alleen technisch kijken dat doet de klant niet. Dat doen ambachtelijke bakkers, slagers, koks. Daar zit echt een wezenlijk verschil.

Hoe gaan wij hiermee om? Wij wilden toen we gingen verbouwen persé een open bakkerij. Om de ambacht meer te laten zien, maar ook omdat er zoveel lekkere geuren uit die oven komen. Dat hoort in een bakkerij, vinden wij. Net als warme worstenbroodjes, maar bij ons komen ze net uit de rijskast en moeten ze echt nog gebakken worden. We maken ons verder sterk voor volkorenbrood. Omdat we vinden dat als je geniet je het goed moet doen, maar je zeker moet proberen gezond, vezelrijk, voedzaam te eten. Dus gewoon leren eten dat volkorenbrood 😉 En tot slot, we twisten gewoon over smaak. Smaken verschillen en de ene keer is dus een nieuw gebakje met chocolade en de andere keer een koek met fruit. Zolang het maar ambachtelijk gemaakt is, want dat vinden we vooral lekker!

Bron: Ariely (meerdere jaren, studies).