Luilakbollen voor langslapers!

Alleen dit weekend hebben we luilakbollen voor langslapers! Deze traditie hoort bij Pinksteren en daarom maken we ze tot en met zondag – Tweede Pinksterdag zijn we gesloten. Het lijken krentenbollen, maar zijn het niet! Probeer deze bruine, gevulde broodjes met een mooi verhaal:  

Heb jij een luilak in de familie? Geef hem of haar dan een heerlijke luilakbol! De variant die wij maken zijn gevulde, bruine, zachte broodjes met rozijnen en lekker zoete cranberries! Alleen vrijdag, zaterdag en zondag verkrijgbaar. Waar komt dit verhaal vandaan?

De zaterdag voorafgaand aan Pinksteren is het luilak. De winterduivel werd verjaagd en men vierde het weer tot bloei komen van de natuur. Het verhaal gaat terug naar de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Joelend ging men met pannen, met lege blikjes aan je fiets door de straten of belletje lellen in het holst van de nacht om langslapers of luilakken wakker te maken. Men zong hierbij luilakliedjes. Het was een onschuldige traditie in het westen van Nederland die in de jaren ’50 en ’60 ontspoorde met vernielingen en brandstichting. De stad Amsterdam loste dit op door zelf activiteiten te gaan organiseren en zo kon je om 5 uur ’s ochtends naar de film.

Wie als laatste uit zijn bed kwam deze zaterdag moest trakteren: “Luilak, slaapzak’, klonk het overal, ‘beddejak, kermispop, staat om negen ure op”. Ook degene die te laat op het werk was moest eraan geloven, degene die als laatste zijn kraam klaar had op de markt of de dienstmeid die als laatste klaar was met mattenkloppen.

Ergens is men toen begonnen met het maken van zogenaamde luilakbollen. Broodjes gevuld met stroop of broodjes met suiker die warm gegeten moesten worden. Als ze klaar waren dan blies de bakker op zijn hoorn, zodat de mensen wisten dat ze warm waren (zie je het voor je? dat Ronald iedere keer op een hoorn blaast als er warm worstenbrood is?!). Voor de luilakken, de laatkomers gold: ‘Die den Backer vergeeten, sullen wis gheen bollen eeten.’

Er ontstonden verschillende varianten van de bollen, waarbij men de maat niet zo nauw nam. In 1652 werden ze fijner en kwamen er eisen aan grootte en gewicht en werden ze ‘fijntjes’ genoemd. Broodwegers moesten toezien op gewicht en kwaliteit. In 1748 was er een zogenaamde bollenoproer toen verschillende bakkers zich niet aan het gewicht hielden. Overigens moeten wij dit ook! Ieder brood, pistolet, sandwich heeft een bepaald gewicht waaraan we ons moeten houden en waar ook controles op zijn.

Inmiddels zijn we een paar eeuwen verder en vonden wij het leuk om ook een luilakbol te maken. Onze variant is dus met cranberries. Kom lekker proeven en neem er een paar mee voor die luilakken thuis!

Bron: Bakkers in bedrijf.