Feiten en fabels over je boterhammen

We blijven ons verbazen over wat er allemaal over brood verteld wordt: tarwe is genetisch gemanipuleerd en de mens granen niet goed verwerken? Spoiler; hoe zou de mens dan al 10.000en jaren overleven?! Over de hele wereld eet men granen…

Wat gaat er dus allemaal rond over brood? Met vlagen weliswaar, maar toch:

Oude graansoorten zoals spelt en emmer zouden meer eiwitten vitamines en mineralen bevatten en ook zouden de gluten van deze soorten minder tot intoleranties leiden. Ook zou de voedingswaarde verminderd zijn door het lang en intensief verbouwen en veredelen van de granen. Nadelige effecten zouden komen door genetische modificatie. Wat is hier van waar?

Fabel: tarwe is genetisch gemodificeerd.

Tarwe is al 10.000 jaar een van de meeste geteelde gewassen in Europa. De landbouw is ontstaan 8000 jaar voor Christus. De huidige tarwesoort is 11.000 jaar geleden ontstaan uit een natuurlijke kruisbestuiving tussen twee tarweassen. Boeren gebruiken al eeuwen dezelfde veredelingstechnieken. Dit betekent dat een groep planten of gewassen vergeleken worden en de beste gekozen worden om te vermeerderen. Er is geen sprake van commerciële genetische modificaties.

Fabel: het menselijk lichaam kan granen niet goed verwerken.

Hier heb ik al vaker over geschreven. Er zijn inmiddels zoveel zelf benoemde experts en diëten op de markt dat je soms echt niet meer weet wat te geloven. Advies; blijf bij de basis, denk logisch na en weet dat influencers ook hun boterham moeten verdienen.

Onderzoek toont aan dat men 1 tot 4 miljoen jaar geleden al zaden en grassen at in Afrika. Neanderthalers aten 45.000 jaar geleden al tarwe, rogge en gerst. Dit tonen gebitsstudies aan. En begin 2024 is in Turkije een brood gevonden van meer dan 8000 jaar oud. Het gefermenteerde brood was nog niet gebakken en lag naast een oven met daarbij rogge, gerst en groene erwten.

Mensen eten dus al eeuwen brood en dat zouden we niet doen als we het niet goed konden verteren…

Fabel: de moderne tarwe is minder gezond dan vroeger.

Dit is een wat technischer verhaal, maar studies van de afgelopen 200 jaar tonen aan dat er geen negatieve gevolgen zijn door het intensiever verbouwen. Kort, de hoeveelheid aanwezige stoffen varieert wel; de concentratie van vezels en oplosbare – natuurlijke – suikers is toegenomen. De hoeveelheid zink en ijzer neemt wat af. De samenstelling van gluteneiwitten is ook niet negatief veranderd; dus de zogenaamd oudere graansoorten leiden niet tot meer of minder coeliakie. Oude graansoorten zijn ook niet bewezen gezonder dan de huidige tarwe.

Feit: sommige mensen kunnen niet tegen (tarwe)gluten.

Ongeveer 1 procent van de bevolking heeft coeliakie (erfelijke aangelegd) en er zijn mensen met een tarwe-allergie. Zij kunnen (zeer) ernstige klachten krijgen na het eten van gluten of tarwe. Deze mensen zie je ook niet in een bakkerij of zelfs in de winkel. Gluten zijn namelijk onzichtbaar en zweven in een bakkerij overal in het rond en een kruimeltje kan voor deze mensen al heel vervelend zijn. En kruimels zijn overal, in de oven, bij snijden, inpakken etc.

Er zijn ook mensen die klachten – buikpijn of winderigheid – ervaren maar waarbij coeliakie of een allergie uitgesloten is. Dit wordt niet-coeliakie tarwegevoeligheid genoemd. Ook dit zijn niet zoveel mensen en de oorzaak ligt vaak bij verwachtingen! Een psychologische studie heeft aangetoond dat mensen die dachten dat ze gluten aten, klachten rapporteerden terwijl ze die in het experiment niet aten en andersom. Verwachtingen spelen hierbij dus een belangrijke rol en die verwachtingen beginnen in de hersenen. De lichamelijke reacties zijn aantoonbaar dus verder onderzoek gaat nu kijken naar de relatie tussen de hersenen en darmen. Glutenvrij eten is dus gelukkig niet de oplossing, want dit is heel moeilijk en ook niet zo lekker.

Feit: verschillende graansoorten zorgen voor diversiteit en afwisseling.

Voor de Nederlanders 😉 tarwe levert het meeste op per hectare. Spelt is gemakkelijker te verbouwen, ook in een droger klimaat, maar moet gepeld worden. Rogge doet het ook goed wanneer het kouder is en gerst vaak als het warmer is. Anders qua verbouwing dus, maar ook qua smaak, aroma en bakeigenschappen. En dat laatste maakt het voor de bakker weer leuk!

Feit: ieder persoon is anders.

Wetenschappelijk onderzoek probeert patronen te vinden. Te kijken of we kunnen generaliseren. Of we een bewezen effect vinden onder een goede steekproef. Mijn studenten (ja, ik geef nog steeds les) zijn daar op dit moment druk mee bezig. Wat voor één persoon geldt, geldt niet zomaar voor een groep en andersom. Een individu kan afwijken van het gemiddelde. Bovenstaande fabels en feiten zijn dus bewezen voor de ‘massa’, maar kunnen voor jou anders zijn. Raadpleeg dus altijd een arts of gediplomeerde diëtist bij individuele en specifieke vragen.

Bron: Bakery o.b.v studie van het NBC.