Sneeuw en kou. Reden genoeg voor een winters recept. Ik kwam het ouderwetse recept ‘Jan-in-de-zak’ tegen. Populair in de winter, want door de trage vertering krijgt je lichaam het lekker warm. Wat is het? Een soort rozijnenbrood waarbij het brood gekookt! wordt en dus geen korst heeft.
Ingrediënten (voor brood van 600 gram):
- 300 gram tarwebloem
- 150 gram volle melk
- 1 losgeklopt ei
- 20 gram verse gist
- 5 gram zout
- 100 gram gewelde rozijnen
Bereiding: verkruimel de gist, voeg de melk en het ei erbij. Roer tot een glad geheel. Meng de bloem en het zout erdoor. Kneed het mengsel in 6 minuten tot een soepel deeg. Kneed als laatste de rozijnen erdoor en maak een deegbol. Leg een vochtige, goed uitgewrongen katoenen doek in een bolvormige kom en bestrooi de doek met bloem. Vroeger gebruikte men luiers of kussenslopen, Leg de deegbal erin en knoop de punten bij elkaar met een touwtje. Houd ruimte over, want het deeg moet nog een uurtje rijzen en verdubbelt ongeveer. Vul een grote pan voor een derde met water en breng aan de kook. Een bord op de bodem voorkomt dat de doek tegen de bodem plakt. Leg de doek met het deeg in de pan, plaats een deksel erop en laat 90 minuten pruttelen. Keer de zak regelmatig. Het brood is gaar als een prikker er droog uitkomt. Neem de ‘Jan’ uit de ‘zak’ en laat het brood opdrogen. Naar het schijnt lekker met boter en bruine suiker, wij moesten het ook nog proeven… maar helaas. Voor ons geen succes, het zal de winkel niet halen! Is hij bij jullie wel in de smaak gevallen?